Lisa maakte de film ‘Doodzwijgen’ over haar familiegeheim: ‘Tijdens het kerstdiner viel iedereen stil toen ik vroeg: ‘Hoe zit het met opa’s familie?’’
- sanneroes00
- 2 jul
- 7 minuten om te lezen

In 2021, vier jaar voordat het CABR-archief openbaar wordt gemaakt, besluit Lisa Hukker een documentaire te maken over haar zoektocht naar het oorlogsverleden van haar overgrootvader die NSB’er was. Tijdens het maken van de film ‘Doodzwijgen’ deed Lisa enkele schokkende onthullingen, die haar leven – zowel als filmmaker als privé – compleet hebben veranderd.
Lisa (28): ,,Ik was 25 jaar toen ik besloot om een film te maken over het NSB-verleden van mijn overgrootvader, de opa van mijn moeder. Dat heb ik goed moeten overleggen met mijn familie. Eerst heb ik toestemming aan mijn moeder gevraagd – zij stond er direct voor open, en stond ook heel erg achter openheid van zaken rondom archieven in het algemeen. Daarna heb ik het mijn oma gevraagd. Dat vond ik doodeng. Niet zozeer omdat ik bang was voor afwijzing, maar omdat het zo’n intense vraag is; mag ik even je familiegeheimen aan heel Nederland vertellen? Zij moest ook een beslissing maken voor mijn opa, die in 2008 al is overleden, dus ze had wat tijd nodig om erover na te denken. Uiteindelijk stond ook zij erachter.
Toen was ik even vergeten dat mijn oom ook nog onderdeel van het gezin is. Hij belde mij later op - ‘Hallo, wat is dit nou?’ - dus het was nog even moeilijk om hem te overtuigen. Uiteindelijk hebben we de afspraak gemaakt dat ik de achternaam van mijn overgrootvader, en dus ook die van hem en mijn moeder, niet zou noemen. Daar houd ik me nog steeds aan. Bovendien heb ik mijn familie altijd gezegd: als het niet (meer) goed voelt breng ik de documentaire niet uit, en blijft het een film voor onszelf. Bij het zien van de film was iedereen erg emotioneel, maar ze stonden er allemaal helemaal achter. Dat was voor mij het allerbelangrijkst.”
Monique, de moeder van Lisa, stelde zich op haar 17e voor aan kennissen van een vriendin, toen er werd gefluisterd: ‘Die familie zat bij de NSB…’. Lisa hoort pas op haar twintigste over het geheim van haar (over)grootvader, en besluit er voor haar afstuderen een documentaire over te maken; ‘Doodzwijgen’. Samen met haar moeder en haar oma duikt ze in het (toen nog gesloten, maar met de vrijgave op 1 januari 2025 in het vizier) Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), en komt ze erachter hóé diep een verzwegen oorlogsverhaal kan snijden.
Lege handen en volle dozen
,,Voordat ik begon met de documentaire wist ik heel weinig over het oorlogsverleden van mijn opa’s familie. Van mijn oma’s ouders wist ik heel veel; mijn overgrootmoeder heb ik nog gekend, en mijn oma sprak ook veel over haar. Dat triggerde me juist, waarom wist ik niks over opa’s familie? Toen ik een jaar of twintig was vroeg ik tijdens een kerstdiner: ‘Goh, oma, hoe zit dat eigenlijk met opa’s kant?’ Toen viel het stil. Ik schrok enorm toen ik het hoorde, al probeerde oma het wel gelijk te nuanceren: ‘Hij was brood-NSB’er, hij heeft ook mensen gewaarschuwd,’ zei ze. Maar bij mij was het balletje al gaan rollen.
Wat is een brood-NSB'er?
Mensen die zich tijdens de oorlog niet vanuit politieke opvattingen, maar vanwege economische situaties of gebrek aan kennis aansloten bij de kant van de bezetter, worden in de volksmond vaak 'brood-NSB'ers' genoemd. Zij hadden vaak weinig inkomen, een gebrek aan opleiding, een eigen zaak of wilden dwangarbeid ontlopen. - (Bron: Nationaal Archief)
Omdat er nooit over die geschiedenis is gesproken, begon ik mijn onderzoek met lege handen. Er zijn ook geen brieven of foto’s bewaard. Ik wist wel dat de band tussen mijn opa en zijn ouders heel slecht was. Ze zijn bijvoorbeeld ook niet op zijn bruiloft geweest. Ik denk dat mijn opa daarom zelfs mijn oma bijna niks over dat NSB-verleden heeft verteld, hij schaamde zich zo. Dat zie je ook in de documentaire; over de striemen op zijn rug – die hij waarschijnlijk in het tehuis in Arnhem kreeg door zweepslagen – zei hij altijd dat hij niet meer wist hoe hij daaraan kwam. Ik wist niet eens dat hij die had, dat hoorde ik tijdens de opnames voor het eerst.
,,In handgeschreven brieven smeekten ouders of ze hun kind mochten zien"
Om antwoorden te vinden ben ik mijn zoektocht begonnen met googelen. Zo kwam ik al snel bij het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) terecht, dat was in 2021. Dat lag dus nog achter slot en grendel, dus dat was echt serious business om binnen te komen. Je wordt zo ongeveer gefouilleerd en je mocht geen opnameapparatuur of pennen meenemen; alleen potlood en papier. Daar kwam ik erachter dat mijn opa te maken had gehad met de bijzondere jeugdzorg in Arnhem, dus klopte ik ook bij het Gelders Archief aan. Dat was een andere wereld. Ik wandelde op een gewone middag naar binnen, kreeg volle dozen voor mijn neus met handgeschreven brieven van ouders, smekend of ze hun kind mochten zien.”
De tekst gaat onder de foto verder

Verweg, maar toch dichtbij
,,In eerste instantie dacht ik dat dit verhaal best ver van me af stond. Het ging immers over mijn overgrootouders die ik nooit heb gekend. Maar toen het eenmaal over mijn opa ging, en wat voor verschrikkelijke dingen hij heeft meegemaakt in dat tehuis, kwam het toch ineens heel dichtbij. Ik herinner me nog dat ik dacht: moet ik hier wel mee doorgaan? En als ik ermee doorga, moet ik het dan wel verwerken in de documentaire? Nu ben ik heel blij dat ik die pijnlijke geschiedenis toch heb meegenomen, omdat het zo’n onbekend onderwerp was. Ik wist gelijk dat ik iets in handen had wat een shock zou zijn voor mensen, maar wat wel heel belangrijk is om te vertellen. In dat licht werd de thema’s erfschuld en zwijgen nóg relevanter.
,,Omdat mijn moeder in 2024 is overleden, is deze documentaire heel waardevol voor me"
Gelukkig hoefde ik het niet alleen te doen, en had ik mijn oma en moeder aan mijn zijde. Het was een heel bijzondere reis om samen af te leggen. Ik heb een kleine familie, en mijn ouders zijn vroeg gescheiden. Mijn oma en ik hadden altijd al een bijzondere band. Ze was er heel erg voor me in de tijd dat ik geen contact had met mijn vader. Met mijn moeder was ik ook heel close. Zeker omdat ze in 2024 is overleden, is deze documentaire heel waardevol voor me.
Daarnaast zijn er sinds het maken van de film ook heel veel puzzelstukjes op zijn plek gevallen. Ik heb patronen in mijn familie beter leren herkennen en begrijpen. Zo zat mijn opa enorm met zijn schuldgevoelens. Mijn moeder had deze niet direct, maar ze vermeed gevoelens van confrontatie en wilde niet opvallen. Dat heb ik indirect ook weer meegekregen: ik ben heel confrontatievermijdend, ik doe alles om te zorgen dat mensen maar niet boos op me zijn. Mocht ik ooit kinderen krijgen zal ik die lessen ook weer meenemen in de opvoeding om het nog meer te doorbreken.”
Zwijgen? Nee, praten!
,,Al is deze documentaire zo persoonlijk, krijg ik ontzettend veel reacties dat ze dat persoonlijke aspect juist het sterkst vinden. De een haalt er een heel andere boodschap uit dan de ander door hun eigen perceptiekader. Een goed voorbeeld is rondom de uitspraak die Hans Knoop doet in de film: ‘Ik wens collaborateurs en misdadigers al het slechte toe wat er in de wereld bestaat, ik hoop dat ze tot de dood erop volgt een slecht leven zullen hebben, maar hun kinderen staan daarbuiten.’ Best een intense uitspraak, waar sommige nabestaanden van collaborateurs heel erg over struikelden. Op mijn première was Hans Knoop ook aanwezig, evenals een aantal mensen van Stichting Werkgroep Herkenning, en ze hebben daar een flinke discussie over gevoerd. Maar andere nabestaanden vonden het juist een krachtige uitspraak, één waar ze veel steun uit haalden.
80 jaar vrede, maar nog steeds verdeling
Ongeveer 1/5e van de Nederlandse bevolking voelt zich onprettig bij het idee dat kinderen van collaborateurs een publieke functie (zoals burgemeester) heeft, zo bleek uit het onderzoek 'Geluiden uit de Stilte' van ARQ Kenniscentrum Oorlog, Vervolging en Geweld in 2024. Slechts 45% geeft aan er wel oké mee te zijn, en minder dan de helft heeft moeite met vrienden en collega's die kinderen zijn van collaborateurs.
Toen Monique de Jong, gespreksbegeleider bij Stichting Werkgroep Herkenning, deze cijfers voor het eerst hoorde schrok ze enorm: ,,Elke generatie neemt de haat weer mee, dat zie je dus zelfs in Nederland na zoveel jaar vrijheid. Bij een archief zie je niet in hoeverre iemand uit nood betrokken was bij de NSB, of misschien omdat een moeder op geen enkele andere manier aan medicijnen voor haar kind kon komen." - (Bron onderzoek: ARQ)
Ik vind het heel goed dat dit soort discussies ontstaan, omdat ik het belangrijk vind dat dit soort dingen bespreekbaar blijven. Bij een naam in het CABR-archief zit weinig context; iemand kan joden hebben verraden, maar iemand kan zich ook hebben aangesloten bij de bezetter omdat ze op geen enkele manier aan voedsel konden komen. Ik denk dat onze generatie, de derde en vierde generatie, er klaar voor is om wat meer in de openbaarheid te treden. We kunnen kritischer naar de geschiedenis kijken. En dat klinkt gek om hardop te zeggen, want ik was vroeger héél slecht in geschiedenis op school. Ik kon geen voldoendes halen. Het feit dat het nu mijn werk is gevonden, acht jaar na die vraag tijdens het kerstdiner, voelt soms nog onwerkelijk.
,,Nu is het de tijd om die geschiedenis vast te leggen"
Tegenwoordig ben ik bezig met een podcast over het bureau bijzondere jeugdzorg na de Tweede Wereldoorlog, zoals dat tehuis in Arnhem waar 20.000 NSB-kinderen zoals mijn opa op een verschrikkelijke manier ‘heropgevoed’ werden. Sinds ik dat tijdens mijn onderzoek ontdekte, voel ik een verantwoordelijkheid om er iets over te maken. Dat doe ik samen met vijf broers en zussen, waarvan de jongste 82 en de oudste 88 – allemaal nog in leven. Zij kunnen het nog navertellen, dus nu is het de tijd om die geschiedenis vast te leggen zodat volgende generaties daar wél antwoorden over kunnen vinden.”
Bekijk de documentaire van Lisa hier:
Opmerkingen